Dat er een nieuw boek van Herman Brusselmans verschijnt, is niet opmerkelijk. Elk jaar gebeurt dat minstens één keer. Dat we verrast worden door een roman van Brusselmans zou wel opmerkelijk zijn. Maar zoveel mogen we niet van Muggepuut verwachten.
Danny Muggepuut is de beste en beroemdste schrijver van Vlaanderen. Hij heeft negen romans op zijn naam staan en werkt ijverig aan de tiende: De gestolen waterleiding . Het schrijven is weliswaar de voornaamste bezigheid van Danny, maar lang niet de enige. Hij vertoeft bijvoorbeeld ook geregeld op het terras van café De Rare Schuur, waar hij liters bier tot zich neemt, en hij is voorzitter-coach van het minivoetbalteam Real De Rakkertjes. Danny vindt dat hij zijn leven aardig op de rails heeft. Hij heeft een uitgebalanceerd wereldbeeld en weet precies wat hem in mensen tegenstaat. Vrouwen met moedervlekken onder de oksels vindt hij bijvoorbeeld maar niets. Eigenlijk vindt hij vrouwen in het algemeen maar vervelend, ook al klaagt hij erover dat ze zich niet collectief bij hem aanbieden. Ondanks alle aandacht die hij krijgt als bekende Gentenaar, is Danny Muggepuut eenzaam. Erg eenzaam, zelfs.
Op een goede dag gaat Muggepuut in op een voorstel van een groot dagblad om een aantal prijswinnaars te ontmoeten tijdens een etentje. De mensen die hij op deze avond leert kennen, bevallen hem maar matig. Hoe onbetekenend de bijeenkomst ook lijkt, ze is het begin van een reeks gebeurtenissen die het leven van Danny overhoop halen, maar die uiteindelijk geen enkele invloed hebben op de onsympathieke, gevoelloze praatjesmaker die Danny is. Niets kan hem van zijn stuk brengen. Ook na de ontmoeting met een jonge blinde fan, de rechtse directe die hij van diens broer krijgt, de moeilijkheden die hij ondervindt met een hysterische verpleegster, zijn onplezierige aanvaring met een autodief, en zelfs na zijn lucratieve ontmoeting met een hoogbejaarde weduwnaar, blijft Danny Muggepuut wie hij is: de beroemde zelfingenomen schrijver die - zo denkt hij - voor het geluk geboren is.
Brusselmans heeft met Muggepuut weer een roman toegevoegd aan zijn oeuvre dat handelt over wat Dimitri Verhulst ,,de helaasheid der dingen'' noemt. Bij hem hoef je geen loutering te verwachten, laat staan een toekomstvisie. Net als Danny Muggepuut, blijft de wereld in de ogen van Brusselmans rondtollen in zijn eigen fouten en daar hoef je niet vrolijk van te worden. Integendeel. Je kan er hooguit cynische grappen over maken, want een wereld die niet deugt, hoef je niet mooier af te schilderen dan ze is.
Het gevolg is dat in de boeken van Brusselmans de ene beledigende grap op de andere puberale opmerking wordt gestapeld en zo alles wordt afgebroken. Liefde verwordt tot lust, eerbied glijdt af naar respectloosheid en fatsoen wordt eigenbelang. In diezelfde logica kan ook de literatuur niet overeind blijven. Bellettrie is aan deze verrotte wereld niet besteed. In plaats daarvan geeft Brusselmans ons hoekige en bitsige vertellingen.
Zijn compromisloze analyse van de maatschappij maakt Brusselmans in potentie tot een zeer interessante schrijver. Tussen de vele navelstaarderige boeken die in ons taalgebied verschijnen, valt zijn werk alleen al in toon en reikwijdte op. Zoveel tegendraadse schrijvers is het Nederlandse taalgebied immers niet rijk. Het is alleen jammer dat Brusselmans maar eens in de zoveel tijd een roman schrijft die echt doel treft. Slechts heel af en toe komt hij met een boek waarin de aanval op het betamelijke echt effectief is.
Muggepuut behoort niet tot de geslaagde boeken van Brusselmans. Want alhoewel er hier en daar een paar geweldige grappen te vinden zijn - zoals de documentairetitel De Tweede Wereldoorlog, een gebeurtenis an sich , of de nachtmerrie waarin Danny wordt achtervolgd door iemand die hem een abonnement op Knack wil aansmeren - wordt dit boek vooral gekenmerkt door ontstellende lulligheid. Dat heeft niet zozeer te maken met het feit dat Muggepuut ,,te weinig diepgang heeft, zoals critici in deze roman over de boeken van Danny Muggepuut hebben beweerd. Het is veeleer een gebrek aan scherpte, waardoor dit boek over verveling zelf heel erg vervelend wordt. Uiteindelijk valt Muggepuut bijna ten prooi aan de waanbeelden van de hoofdpersoon: ,,Het is allemaal gezever. Noem mij één goed boek in de wereldliteratuur. Het bestaat niet. Rommel is het allemaal.
Natuurlijk heeft Brusselmans het hier met een hele dikke knipoog ook over zijn eigen werk. Hij heeft met Muggepuut weer wat gezever aan de wereldliteratuur toegevoegd. Maar daar houdt het niet op. Brusselmans is Muggepuut namelijk niet. Zijn roman wil net iets meer dan zeveren en vervelen. Ergens tussen het oeuvre van de zelfingenomen Danny Muggepuut en het werk van de tegendraadse schrijver Herman Brusselmans houdt zich de roman Muggepuut op. Het is geen hilarisch portret van onze wankelende wereld en het is geen gezever, maar een groot boek is het ook niet.
Verberg tekst