Het was aanvankelijk niet haar bedoeling, maar toch is het ervan gekomen. Lieve Joris schreef nog een laatste boek over Congo. In De hoogvlaktes beschrijft ze haar trektocht door de bergen en valleien van Oost-Congo, een no go zone waar doorgaans geen blanke passeert.
"Dit is mijn laatste Congoboek", vertelde Lieve Joris me in het najaar van 2006. Ze had toen net Het uur van de rebellen klaar. Een boek dat ze voor een keer niet in de ik-persoon had geschreven en waarmee ze de lezer door het hoofd van rebellencommandant Assani leidde, een personage dat voor driekwart echt bestaat en voor het overige gebaseerd is op elementen van andere levende personen. Voor wie de opeenvolgende oorlogen in Congo - 5,4 miljoen doden - wil begrijpen, is Het uur een bijzonder verhelderend boek. Het is ook een moedig werk, want het kwam op een moment dat de westerse wereld - en zeker ook Nederland, waar Lieve Joris woont - vooral bezig was met de oorlog in Irak, terreurdreigingen, moorden als die op Theo van Gogh en de daaruit voortvloeiende wijdverbreide moslimangst. "Maar nu wordt het tijd om het Congohoofdstuk af te sluiten", zei Joris. "Ik heb er drie boeken over geschreven en tussen 1997 en 2004 heb ik vier jaar in Congo gereisd. Misschien wordt het tijd om elders te gaan kijken."
De daaropvolgende maanden kon je Lieve Joris af en toe tegenkomen op tentoonstellingen over China. Ze reisde naar Vietnam, naar Dubai en begon aan de voorbereiding van een grote Chinareis. En toen belandde plots het manuscript van De hoogvlaktes bij de recensenten. Een nieuw Congoboek van Lieve Joris, bescheiden qua omvang en heel mooi uitgegeven met kleurenfoto's van de hoogvlaktes nabij Uvira in Oost-Congo. Foto's gemaakt door de Italiaanse pater Angelo Costalonga, die van de jaren zestig tot de jaren tachtig in de hoogvlaktes van het oosten woonde.
'Onontgonnen' gebied
In haar nieuwe boek vertelt Joris het verhaal van een wandeltocht die ze ondernam door een gebied waar bijna nooit een blanke passeert, ook niet toen Congo nog onder Belgisch bewind stond. De hoogvlaktes zijn het terrein van de Banyamulenge, die oorspronkelijk afkomstig zijn uit Rwanda en Burundi en die door veel andere Congolezen niet als volwaardige staatsburgers worden beschouwd maar als een aanhangsel van de Tutsigemeenschap in Rwanda. Onder leiding van de dissidente generaal Laurent Nkunda voert een klein deel van de Banyamulenge momenteel een nieuwe rebellie, die de xenofobie tegen deze groep alleen maar aanwakkert.
"Een nakomertje", antwoordt Lieve Joris op de vraag of met dit nieuwe boek het afscheid van Congo misschien met enkele jaren is uitgesteld. "Omdat ik Het uur van de rebellen in de derde persoon schreef, bleef een deel van mijn research, met name de reis naar de hoogvlaktes, onbeschreven. Die reis stond, na het verschijnen van Het uur, nog steeds op mijn netvlies. Het leek me, bij nader inzien, goed om Congo in de ik-persoon te verlaten. Misschien wilde ik ook wel weten of het mogelijk was om na Het uur, toch een boek voor gevorderden, opnieuw op een onbevangen, lichtvoetige manier over Congo te schrijven. De hoogvlaktes leenden zich daarvoor, omdat het zo'n 'onontgonnen' gebied is."
Lieve Joris' nakomertje mag er zijn. Haar wandeltocht leidt ons dwars door een van de mooiste gebieden ter wereld. Groene bergen en valleien, dorpjes met hutten, hellingen waar bruine koeien met grote hoornen grazen, slierten kleurrijke mensen die over de kam van een berg naar de markt stappen. Joris slaapt in de dorpjes, praat met de bewoners en zoekt zowel de kleinmenselijke als de mysterieuze kanten op van Banyamulenge. Grappig: de enige folie die Joris zich veroorlooft, is haar Samsonite.
Maar Joris beschrijft ook het troosteloze van de hoogvlakte. Want er zijn weinig plaatsen in Congo waar de oorlog zo hard heeft toegeslagen. Ze heeft het over dorpen waar mensen uit angst voor de buitenwereld de nachten al biddend, dansend en roepend doorbrengen in een van die maffe nieuw-evangelische kerken, waar in de farmacieën geen malariatablet te vinden is en waar op regenachtige dagen de vochtigheid door kleren en huid dringt. Joris beschrijft dit alles als een Europese met een Congolese blik. "Aan de andere kant van de omheining gaan kijken", noemt ze dat zelf. Een manier van kijken en beschrijven die ze door de jaren heen geleerd heeft en die nu een van haar absolute sterktes is. "Aanvankelijk werd ik daarbij geholpen door mensen die al langer dan ik in Afrika waren en me leerden niet bang te zijn", zegt ze daarover. "Later hebben de Congolezen zelf me geholpen door hun directheid, hun gastvrijheid, de manier waarop ze hun hart voor mij ontsloten. Ik zou niet over Congo durven te schrijven als ik me de blik van de Congolezen niet deels eigen had gemaakt."
Toch gaat dit boek niet enkel over Congo maar ook over België, meer bepaald over Joris' geboortedorp Neerpelt en het overlijden van haar moeder. Net toen zij door Congo aan het reizen was, verneemt Joris dat haar moeder een herseninfarct kreeg en verlamd raakte. "Ik vloog naar België, twee weken later stierf ze. Ik bleef twee maanden thuis en ging daarna terug naar Oost-Congo. Ik dacht dat het grote leed van Congo mijn relatief kleine privéleed algauw zou overspoelen, maar zodra ik aankwam, merkte ik dat ik heel kwetsbaar was. Eenmaal in de hoogvlaktes doken herinneringen aan mijn moeder op de meest onverwachte momenten op. Zodra ik begon te schrijven, kwamen die beelden terug." Het over elkaar schuiven van gevoelswerelden zorgt voor ontroerende passages. Zo is er dat moment waarop Joris over geloof praat met Mbiyo Mbiyo, een zonderlinge man die in een alleenstaand huisje woont en zegt dat hij in God en de herrijzenis gelooft. "Voor ik er erg in had", schrijft Joris, "begon ik hem over de dood van mijn moeder te vertellen. 'Ze doofde langzaam uit', zei ik, 'er was aan het einde nog zo weinig van haar over - ik kon me niet voorstellen dat ze daarna nog ergens naartoe zou gaan.'"
Tijdens de lange afdaling naar de stad Uvira, de laatste kilometers van haar tocht, duikt Lieve Joris bijna letterlijk het grote gevaar in. Meermaals stoot ze op wegversperringen van rebellen, vaak gaat het om ventjes van nauwelijks vijftien, maar aartsgevaarlijk omdat ze een kalasjnikov dragen en vaak dronken of stoned zijn. Momenten waarop Joris haar lot laat afhangen van haar intuïtie maar ook van enkele beginselen waar ze tijdens haar reizen door Congo nooit van is afgeweken. "Ik had de jaren daarvoor voldoende gelegenheid gehad om te wennen aan de gevaren van Congo. Bovendien had ik zes jaar naar die reis in de hoogvlaktes toegeleefd - ik had er dus iets voor over. Helemaal ongevaarlijk was ze niet, en ik kan er natuurlijk alleen maar op terugblikken omdat ik haar overleefd heb. Maar ik vermoed dat ik inmiddels uitgerust ben met een gezond instinct voor gevaar en dat mijn stelregel: niet afwijken van mijn route, niet teruggaan, alleen maar vooruit, een goede was."
@5 UIT-NIEUW-INFOTEKST:Augustus, 176 p., 15 euro.
Lieve Joris
De hoogvlaktes@7 UIT-NIEUW-QUOTE:Lieve Joris heeft het over dorpen waar mensen uit angst voor de buitenwereld de nachten al biddend, dansend en roepend doorbrengen
Lieve Joris is te gast in Uitgelezen,
dinsdag 21 oktober om 20 uur
in Vooruit Gent.
Andere gasten: Jos Geysels, Anna Luyten en
Gene Bervoets. Muziek van Flip Kowlier.
www.vooruit.be
Verberg tekst