Op 17 oktober, volgende week zondag, is het Werelddag tegen Armoede. 15 procent van de Belgen leeft onder de armoedegrens, maar liefst anderhalf miljoen mensen. Wij gingen langs bij Erik en Viviane in Rijkevorsel, die er samen weer bovenop zijn gekomen. Hun getuigenis.
Op de Werelddag tegen Armoede stellen Tom Naegels en Marjorie Blomme in het Antwerpse Vredescentrum hun boek Volk voor. Anderhalf miljoen Belgen leven onder de armoedegrens. De cijfers zijn bekend, maar we zien die mensen nooit. Naegels en Blomme schreven op vraag van de vzw Recht-Op, van de wijk het Kiel in Antwerpen, hun verhalen in een literaire, directe vorm.
Wij gingen op zoek naar de mensen achter zo'n verhaal en noteerden aan de hand van fragmenten uit het boek de getuigenis van Erik (54) en Viviane (45). Ze vonden elkaar na een ellendig huwelijk en overwonnen het verleden, schrijnende armoede, zware gezondheidsproblemen en twee zelfmoordpogingen. Ruim drie jaar wonen ze nu in een caravan in Rijkevorsel. Gelukkig. Wonderlijk hoe blij en vrij ze praten over hun miserie. Armoede is geen schande'', zegt Erik. En bewonderenswaardig, de moed waarmee ze er tegen hebben gevochten. Het is jarenlang knokken geweest.''
Chaletpark
Antwerpen-Centraal, woensdagmiddag. Erik legt vriendelijk een zorgelijk kijkende dame die morgen in Izegem moet zijn, uit welke trein ze daarvoor moet nemen. Dat is sinds drie jaar de job van Erik. Blinden, mindervaliden, ouderen de trein op en af helpen. Eriks ochtendshift loopt van zes tot twee uur, de late van twee tot tien uur. Telkens een uur met de bus van en naar de camping Breebos - officieel 'chaletpark' - in Rijkevorsel, waar Erik en Viviane wonen. Maar het is goed zo.
Erik: Toen ik scheidde, was er al een pak schulden. En daarbovenop 2.500 euro achterstallige belastingen, ook van mijn ex. En dan ook nog, een ongeluk komt nooit alleen, een kapotte wasmachine, een kapotte ijskast... Maar ik had goed werk, toen nog op de dokken. En Viviane had haar werk, daar kwamen we wel door. Tot Viviane dus niet meer mocht werken.''
Na zijn werk rijden we samen terug naar Breebos. We praten er verder in de grote stacaravan waar Viviane en Erik permanent wonen. Aan de deur hangt een barometer met de tekst: What a Nice Day! Binnen is het best gezellig, maar wel klein, al zijn er drie kamertjes én een badkamertje. Dat hier vier mensen wonen! Erik en Viviane en de twee dochters M. (13) en K. (16) die Viviane heeft van een man buiten haar eerste huwelijk, maar die Erik op zijn naam liet zetten. Erik: "Ik wilde altijd al kinderen." M. en K. zitten wel op internaat. Viviane heeft ook nog een zoon van 24, S., maar die gaat in november alleen wonen. Verder: een grote hond, Queeny, en een poes, Tom. Een poes zonder staart, die werd door kwajongens op de camping afgebrand. Maar Tom loopt nog steeds recht.
Er is een ingebouwde kast voor Eriks cd's, muziek is zijn passie, en voor de films van Viviane. Ze speelt ook graag computerspelletjes. Er is geen plaats voor een aquarium, waar ze allebei zo gek van zijn. Dat is misschien voor later, als ze een sociaal huisje kunnen kopen. Maar hun caravan, die doen ze nooit meer weg.
Viviane: "Er valt hier veel te beleven. Het is niet allemaal zit-maar-op-je-kont en slaap-maar-lekker-lang-uit. Voor wie wil, zijn er verenigingen. Verenigingen genoeg. Een schuttersclub, een kaartclub, een petanqueclub, twee vissersclubs, voor mensen die zo dol zijn op vissen dat ze aan één club niet genoeg hebben. Wij doen daar allemaal niet aan mee. Als je een hele dag gewerkt hebt, ben je blij dat je aan rust toekomt. Daarom zitten we hier: voor de rust. Die hebben we wel verdiend."
Viviane: "Ik ben hart-, nier-, rug- en suikerpatiënt, moet twee keer per week aan de dialyse. Ik heb altijd keihard gewerkt, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat gekuist. Ik had vaak pijn, maar verlegde steeds mijn grenzen. Tot ik vijf jaar geleden door mijn rug ging en ik geen fysieke arbeid, zelfs geen huishouden, meer mocht doen. We huurden toen nog een appartementje in Antwerpen, ik had moeite om het schoon te houden.''
Erik: "We wilden iets kopen, maar hadden geen geld. We konden niet eens een lening krijgen omdat we nog in een collectieve schuldbemiddeling zaten.''
Viviane: "En toen zeiden de meisjes: waarom gaan we dan niet in een caravan wonen?''
Erik: "Ik zei: oei, buiten 't stad! Dat vroeg toch een serieuze aanpassing.''
Viviane: "Mijn moeder woont ook in een caravan, in de Ardennen. Daar komen we heel graag. Mij krijgen ze nooit meer in de stad.''
Erik (brommend): "Daar mag dat. Omdat we hier niet gedomicilieerd mogen zijn, moeten we nog een appartementje huren. Al mijn platen staan er.''
Viviane: "Ik woon hier ontzettend graag. Zelfs tijdens de winter is het hier prachtig. Alleen jammer dat ik om grote wandelingen te doen, iemand nodig heb om mij te duwen in mijn rolstoel. Maar de winkels zijn vlakbij. Daar rijd ik dan met de wagen naartoe.''
Erik: "We hebben intussen weer een wagen, heb je 'm niet zien staan naast de caravan?''
Viviane: "Soms komt de buurvrouw eens een koffieke drinken of ga ik naar daar. Heel gezellig wonen is het hier.''
Viviane: "Ik begrijp nog altijd niet waarom Erik niet weggelopen is, toen hij begreep wat hij opgevist had. Zo zag ik mezelf toen: als een vormloos zwart gewicht dat onverwacht en onbedoeld uit het diepst van de zee naar boven was getakeld."
Depressie
Viviane: Na mijn eerste rugoperatie, later volgde er nog een, ben ik in een heel zware depressie geraakt. De ziekenhuiskosten - ik had geen hospitalisatieverzekering - de psychiater, alle medicatie... er bleef gewoon niets meer over van Eriks loon. En ik met mijn kleine uitkering... We moesten almaar meer schulden maken, bovenop die vorige, we zaten al aan meer dan 25.000 euro. Ik stond op en ging slapen met cijfertjes. Altijd maar tellen. Ik kon zelfs 's nachts plots opstaan om op de computer te kijken of ik een betaling wel had gedaan. Het was overleven. Ik heb mij toen zelfs twee keer proberen van het leven te beroven. Een overdosis pillen genomen, een afscheidsbrief geschreven. In een groot, zwart gat gevallen, in het ziekenhuis in de psychiatrische afdeling wakker geworden.''
Erik: Ik ben snel naar het Middelheim moeten rijden. Daar moest haar maag worden leeggepompt.''
Viviane: Er volgde een heel zware periode. Ik heb veel moeite moeten doen om uit die psychiatrie te geraken. Erik heeft zelfs moeten tekenen. Natuurlijk heb ik er zwaar spijt van. Niet in het minst omdat het mijn dochters ook zwaar heeft getroffen. Maar het is gebeurd, je kan de klok niet terugdraaien. Ik ben een moederkloek, ik dacht: ik ben toch maar een zware last, Erik en de kinderen zijn beter af zonder mij. Een héél groot schuldgevoel: het is mijn schuld dat zij nu in al die miserie zitten.''
Erik: Niet waar natuurlijk.''
Viviane: Ik had het emotioneel heel zwaar. Maar met de steun van thuisbegeleiding Joba, van Ann van het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg...
Erik: ... van de mensen van Recht-Op, Lindsay, onze individueel ondersteuner...''
Viviane: ... ben ik er weer bovenop gekomen. Ik zag in dat er nog mensen met grote problemen waren, ik leerde relativeren. Erik zei daarnet dat armoede geen schande is, maar ik ben toch lange tijd heel beschaamd geweest. Tot mijn therapie na mijn tweede zelfmoordpoging. Toen pas besefte ik dat ik er ook niet om had gevraagd, om al die tegenslagen.''
Viviane: Die van het OCMW zei zelfs: daar begin ik niet aan. Het moest met collectieve schuldbemiddeling.''
Erik: We moesten alleen nog het kapitaal, zonder intresten, terugbetalen. Over een periode van vijf tot acht jaar.''
Viviane: Alle medische kosten en de grote kosten van de school werden door onze advocaat betaald. Verder moesten we met ons vieren rondkomen met 650 euro per maand.''
Erik (trots): Zij kan toveren met geld.''
Viviane: Creatief zijn, hé. Op de duur weet je van alle winkels: daar is dit goedkoper, daar is dat goedkoper. Je kent alle promoties. Van die promoties koop je drie kilo in plaats van één kilo en vries je twee kilo in. Altijd patatten, groenten en vlees, maar wel zo goedkoop mogelijk. De kinderen hadden echt niets te kort. Kleren konden we wel heel goedkoop kopen in de goedkope winkels op het Kiel.''
Erik: Als er weinig geld is, valt ontspanning als eerste weg. Via een project van Recht-Op konden wij wel deelnemen aan culturele uitstappen en op die manier ook met andere mensen in contact komen. Dat waren onze enige extraatjes."
Viviane: Wij hebben het klaargespeeld in een kleine zeven jaar.''
Erik: De dag dat ons werd gemeld dat we weer blank stonden, vergeet ik niet snel. Al waren we er toen nog niet helemaal: je moet dan nog een jaar wachten om een lening bij de bank te mogen afsluiten.''
Viviane: Alleen zou ik het nooit hebben gered.''
Erik (eenvoudig): "Als je elkaar graag ziet, doe je dat toch?''
Viviane (trots): "Dat ik nog steeds zoveel courage heb, haal ik uit mijn gezin.''
Erik: "Op zondag organiseerden ze in de Misty een vrijgezellenavond. Strikt genomen was ik toen nog geen vrijgezel. De scheiding was nog niet rond, op mijn paspoort stond nog 'getrouwd'. (...) Potverdekke, dacht ik, toen ik Viviane zag zitten. Potverdekke! (...) Toen werd er een bamba gespeeld waarin ik haar een paar keer heb gekust. Daarna draaiden ze een trage en kwam ik haar halen. De eerste wachtende stuurde ze door naar haar vriendin, de tweede scheepte ze af, en toen was het toch aan mij. 'Mag ik je nummer?', vroeg ik. 'Nee', zei ze. Ze had geen zin in een nieuwe relatie. Ik ook niet. Twee dagen later woonden we samen. Na een jaar zijn we getrouwd."
Hel
Viviane (lachend): "Da's intussen twaalf jaar geleden. Ik woonde nog in Zemst, met mijn twee dochters, was pas gescheiden. Ik had nochtans gezegd dat ik geen vent meer moest hebben. Mijn eerste huwelijk was een hel geweest, ik wilde alleen blijven met mijn kinderen. Erik bleef maar aandringen. Uiteindelijk heb ik toch mijn nummer gegeven. Maar niet bellen overdag, dan ben ik gaan werken, zei ik nog. Hij stond dus 's avonds wel op mijn antwoordapparaat. Mag ik eens langskomen? We hebben een hele nacht gepraat... en het was beklonken.''
Erik: We waren niet eens officieel gescheiden.''
Viviane (grijnzend): "Die twee wachtenden in de Misty waren een gast van 17 jaar en een buschauffeur van 54 jaar, die nogal avances maakte.''
Erik: "Ik zat daar gelukkig just tussen (lacht). Enfin, de aanhouder wint. We woonden snel samen op een appartementje in Antwerpen.''
Erik: "Financieel zijn we erbovenop. Ik heb een hospitalisatieverzekering voor het hele gezin. Gekregen van het werk. Die betaalt de dialyses van Viviane. Haar uitkering is ook gestegen. En de kosten van de school worden betaald door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. Het spijt me dat we voor zoveel zaken een beroep moeten doen op anderen, maar nu houden we tenminste het hoofd boven water. Dikwijls is dat het beste waar je op kunt hopen."
Viviane: "We zijn intussen alweer 2,5 jaar 'normaal'. Ik let er nu vooral op dat ik niet herval, niet opnieuw in een depressie terechtkom. En sinds we hier op de camping wonen, voel ik me in elk geval al een stuk rustiger. Hier hebben we ook fijne buren, in Wilrijk werd veel geroddeld. En ik ben iemand die zich dat erg aantrekt.''
Erik: "Ik ben daar juist het tegengestelde in!''
Viviane: "Ik herleef op deze camping. Iedereen is hier zo'n beetje in vakantiesfeer. Dat helpt allemaal om je lot te aanvaarden.Wat je vooral uit dat hele verhaal leert, is het belang van een goede gezondheid. Als je in zo'n spiraal terechtkomt, heb je twee keuzes. Of je komt er sterker uit of je gaat uit elkaar. Bij ons was het het eerste. Het is ook een hele geruststelling dat het goed gaat met de kinderen. K. is autistisch en heeft ADHD, maar doet het goed op school. En S. gaat volgende maand al alleen wonen. Het is belangrijk dat zij uit de spiraal van armoede kunnen wegblijven. Ik probeer hen alvast het belang van een goed diploma bij te brengen. Ze mopperen wel eens, maar blijven helemaal op schema. Ik moet wel zeggen dat we hen ondanks al onze problemen veel miserie hebben bespaard. Het was hun schuld niet. Ze mochten geen hinder ondervinden van onze armoede, vonden we. We zijn in elk geval van heel diep teruggekomen. We hebben ervoor geknokt en het is gelukt. Iedereen zegt nu dat we zo blij kijken."
Erik: "Ik voel me 1.000 procent levensgenieter.''
Viviane: "Ik zal me nooit rijk voelen, want de grootste rijkdom die een mens kan hebben, is zijn gezondheid.''
Erik: "Grote dromen hebben we niet meer. Misschien nog eens een mooie reis, ooit.''
Viviane: "Ik ben al heel content met wat we nu hebben. Ooit nog een huisje zonder al te veel trappen, dat misschien...''
Volk, Marjorie Blomme en Tom Naegels, met foto's van François De Heel, uitgave van EPO, in samenwerking met Recht-Op vzw en met de steun van de provincie Antwerpen en Cera, 17,50 euro
Verberg tekst