De verteller begint het verhaal met Milan, de hoofdpersoon, die in de gevangenis door celgenoten misbruikt wordt, reden: hij zit vast voor kindermoord. Aan het einde wordt hij opgehaald. Daartussenin zitten twee weken waarin over Milan, Zoë, Jakob wordt verteld en over hun doen en laten. Milan is analfabeet, dat weet hij goed te verbergen, ook voor zijn vriendin Andra. Op de fiets ziet Milan een meisje (Zoë) in een auto, dat om hulp schreeuwt door een papier in code tegen de ruit te houden. Milan herkent de code. Zo gaat hij naar haar op zoek, nadat hij door de ontvoerder, ene Jakob, gebeld werd. Milan had een psychopathische opa en vreest zijn slechte genen te hebben. Milan’s moeder kwam om in de brand van hun huis, Milan zelf viel van de keldertrap en hield er letsels over. Het ‘geschenk’ zit in een doosje, dat hem door een oude man overhandigd werd en dat hem zou helpen om (weer) te kunnen lezen. Die man blijkt hem na zijn val als kind aan zijn hersenen geopereerd te hebben. Het verhaal neemt aan het einde een verrassende wending, niets blijkt zeker of waar te zijn en blijkt de schuld aan de brand, de ontvoering en de oorzaak van zijn alfabetisme ergens anders te liggen. Spannende, boeiende en absoluut verrassende thriller. Verberg tekst