Vrouw Holle is het derde sprookje uit de reeks 'Sprookjesreis' van uitgeverij Zwijsen, na De Chinese nachtegaal (De Leeswelp 2008, p. 4) en Doornroosje, waarvan Martine Letterie de tekst verzorgt. Het sprookje gaat over een meisje dat thuis door haar stiefmoeder verplicht wordt te werken als dienstmeid. Op een dag valt ze echter in een waterput en komt zo terecht in het land van de vriendelijke Vrouw Holle, waarbij ze haar intrek neemt. Ze helpt de vrouw in het huishouden, maar krijgt heimwee, waarop Vrouw Holle haar overladen met goud terug naar huis stuurt.
Letterie vat het verhaal goed samen, en vertelt het in vlot leesbare zinnen en volgens een duidelijk verloop. Toch ben ik niet helemaal overtuigd van alle wijzigingen aan het sprookje die deze auteur doorvoert. In de sprookjes uit deze reeks zijn er telkens verwijzingen naar andere boeken uit 'Sprookjesreis': zo zie je te pas en te onpas een kikker verschijnen, een verwijzing naar De kikkerk…
Lire la suite
Vrouw Holle is het derde sprookje uit de reeks 'Sprookjesreis' van uitgeverij Zwijsen, na De Chinese nachtegaal (De Leeswelp 2008, p. 4) en Doornroosje, waarvan Martine Letterie de tekst verzorgt. Het sprookje gaat over een meisje dat thuis door haar stiefmoeder verplicht wordt te werken als dienstmeid. Op een dag valt ze echter in een waterput en komt zo terecht in het land van de vriendelijke Vrouw Holle, waarbij ze haar intrek neemt. Ze helpt de vrouw in het huishouden, maar krijgt heimwee, waarop Vrouw Holle haar overladen met goud terug naar huis stuurt.
Letterie vat het verhaal goed samen, en vertelt het in vlot leesbare zinnen en volgens een duidelijk verloop. Toch ben ik niet helemaal overtuigd van alle wijzigingen aan het sprookje die deze auteur doorvoert. In de sprookjes uit deze reeks zijn er telkens verwijzingen naar andere boeken uit 'Sprookjesreis': zo zie je te pas en te onpas een kikker verschijnen, een verwijzing naar De kikkerkoning, het zevende boek, dat in september 2009 wordt verwacht. Deze kikker is o.a. verantwoordelijk voor het feit dat het meisje in de waterput valt. Hij ontpopt zich tot een ware stalker, die haar zelfs volgt tot in het land van Vrouw Holle en haar steeds vraagt "Ik ben een prins, kus me".
Letterie probeert het verhaal ook te verlevendigen voor haar jonge publiek, zodat de tekst vlotter klinkt. Daar slaagt ze zoals gezegd grotendeels in, maar soms klinkt de tekst eerder betuttelend en belerend, zoals op de eerste bladzijde, waar het meisje ? hier Irem genaamd ? wordt voorgesteld, samen met haar vader, stiefmoeder en stiefzus. De familie lijkt te poseren voor een foto, met op de achtergrond hun huis. Toch vindt de auteur het nodig om dat nog eens expliciet te vertellen in een aanspreking: "Er was eens... een meisje en ze heette Irem. Hier zie je het huis van Irem en haar papa." Wanneer Vrouw Holle Irem voor het eerst aanspreekt, bedenkt het meisje bovendien dat ze van haar vader niet met vreemde mensen mag meegaan, een duidelijke boodschap voor haar publiek.
Nicolle van den Hurk kiest op elke bladzijde van dit sprookje voor drukke en kleurrijke prenten. Brede penseelstreken wisselen af met gedetailleerde motieven, zoals de bedsprei van Vrouw Holle, die het doet sneeuwen op de wereld. Op de laatste bladzijde worden de lezers uitgenodigd om hun reis verder te zetten door de website van de uitgeverij te raadplegen en de andere sprookjes te lezen. Ik ben echter geen grote fan van deze 'Sprookjesreis'. [Tine Verachten]
Masquer le texte